Joost Bonte over zijn deelname aan Eén-programma ‘Zorgen voor mama’
Joost Bonte, voormalig coördinator van het straathoekwerk Oost- en West-Vlaanderen wordt sinds een tijdje vaak herkend op straat. De reden? Zijn deelname aan ‘Zorgen voor mama’, het succesvolle Eén-programma met Kristel Verbeke (voormalig K3) dat zes moeders in armoede volgt. We praten met hem over de reden van dat succes en maken geregeld een zijsprong naar het thema armoede in Vlaanderen. “Het is mij met de paplepel ingegeven dat alle mensen goed zijn, maar dat er allerlei dingen kunnen gebeuren waardoor ze minder goed worden.”
Rond het Eén programma ‘Zorgen voor mama’ is veel te doen. Los van het feit dat het gemiddeld zo’n 780.000 kijkers lokt, valt er ook heel wat rond te lezen op sociale media. We zijn dan ook benieuwd waarom het programma zo goed scoort, en waarom net nu.
Joost Bonte: “Het is human interest en mensen zijn benieuwd naar de levens van anderen. Het verwonderde mij wel dat de VRT de keuze maakte om het op Eén in prime time uit te zenden. Ik dacht dat het iets voor Canvas ging zijn op latere uren, maar ze hebben echt de keuze gemaakt om armoede op een toegankelijke manier te tonen aan zo’n breed mogelijk publiek. Wat ook een rol speelt in het succes van het programma, is dat het uitgezonden wordt in coronatijd: Heel wat mensen stellen immers vast dat ze ook hun spaarboek aan het opeten zijn en dat ze facturen over het eind van de maand moeten tillen. Je moet maar net op dit moment je werk kwijt geraken, korter geschoold zijn, niet thuis kunnen werken of op een uitkering van 70 procent komen. Ik weet niet of die mensen kijken om te zien dat er mensen zijn die het nog slechter hebben, maar het speelt sowieso wel mee denk ik.”
Hardheid vs. herkenbaarheid
Het productiehuis kwam bij Joost terecht op advies van twee universiteitsprofessoren, maar Joost had wel zijn voorwaarden om deel te nemen aan het programma.
Bonte: “Ik vond dat de onverbloemde hardheid van het leven getoond mocht worden, maar dat ook de herkenbaarheid erin moest zitten: Als mama’s soms op het eind van hun latijn roepen op hun kinderen, gaat elke mama dat herkennen. Je kan geen mensen in armoede tonen die constant zitten te knuffelen met hun kinderen. Ze doen dat ook wel natuurlijk, maar dat zou de herkenbaarheid teniet doen. En natuurlijk moesten de opnames ook gebeuren met het nodige respect. De regisseur kijkt daar echt wel op toe. Je moet weten dat die camera’s maar tien minuten een impact hebben en dan zijn de mama’s dat vergeten. En dan was het zeker niet de bedoeling om respectloos om te gaan met die verhalen.
De mama’s hebben ook alle afleveringen gezien en herkenden er zichzelf in. Je bouwt in die zes maanden tijd natuurlijk een relatie op met die mensen. Je leert ze kennen in goede en slechte tijden en de vertrouwensband die je daardoor met de volledige ploeg kweekt, is van die aard dat ze er ook van uitgingen dat sommige dingen niet tegen hen gebruikt zouden worden. Het enige wat de mama’s jammer vonden, is dat hun leven van zes maanden - waarbij we hen intensief gevolgd hebben - werd herleid naar 50 minuten. Maar ik heb veel bewondering voor hoe het programma is gemaakt, want er was ongelofelijk veel materiaal!"
Ik wil op stap gaan met mensen, tonen wat ik kan en ken, maar zij blijven baas van hun leven.
Ontwapenende coach met humor
Joost komt in het programma voor als coach die de mama’s stap voor stap verder helpt. Een grapje hier en daar, maar en passant ook vragen aan Martine (één van de moeders, nvdr.) of ze niet beter iets aan haar tanden zou doen. Je moet het maar durven, maar Joost doet het met zo’n ongelofelijke naturel dat hij ermee wegkomt. En de moeders lijken hem op handen te dragen.
Bonte: “Ik ben wie ik ben en ik weet intussen dat mijn aanpak werkt. Maar ik bereid geen mopjes voor. Wat voor mij belangrijk is in de hulpverlening, is authenticiteit. Mensen hebben zeer snel door wanneer je een rol speelt. Authentiek blijven maakt dat je aanpak ontwapenend wordt. Ik ben geboren in een café en heb van jongs af aan leren omgaan met zeer diverse mensen. Of je nu in de groendienst werkte of je was notaris van het dorp, ik leerde iedereen benaderen op dezelfde manier. Het heeft te maken met stijl. Als je aangeleerd krijgt dat de kleren de keizer niet maken, dan is elke mens als hij in zijn nakie staat dezelfde. Het is mij met de paplepel ingegeven dat alle mensen goed zijn, maar dat er allerlei dingen kunnen gebeuren waardoor ze minder goed worden. Ik ben bovendien geen socioloog of psycholoog, ik ben gewoon curieus en wil ook niet oordelen over mensen, anders was ik wel rechter geworden. Ik wil op stap gaan met mensen, tonen wat ik kan en ken, maar zij blijven baas van hun leven. Je moet ze niet op de achterbank zetten en zeggen: ‘Ik zal nu wel rijden’.”
Roken en een zwembad
In het programma legt men de focus op een aantal persoonlijke drempels die mama’s ondervinden om uit de armoede te geraken en zetten ze stappen mits coaching. We vragen ons af of op die manier niet het beeld versterkt wordt dat armoede het gevolg is van eigen foute keuzes.
Bonte: “Ik hoop van niet, want het was in elk geval niet mijn bedoeling om daarop te focussen. Iedereen die rookt, snapt dat mensen in armoede roken. Iedereen de een hond heeft, snapt dat mensen in armoede een hond hebben. Het zwembad van Marleen is bijvoorbeeld tweedehands gekocht en ze weet perfect hoeveel water er in kan. Dat kost haar 140 euro samen. Met twee kinderen een dag naar Plopsaland of Bellewaerde gaan kost je 160 euro aan tickets alleen al! Het zwembad is iets waar ze vorige zomer een hele zomer van hebben kunnen genieten.”
“Ik vind het merkwaardig dat zoveel mensen oordelen over wat mensen in armoede zouden moeten doen, maar ook niet mogen doen. Mensen snappen niet wat ze voor die ene dure aankoop allemaal moeten laten. De moto die een andere mama kocht, is bijvoorbeeld voor haar ook ‘therapie’. Iedereen die een moto heeft, snapt ook dat zij - in haar situatie met een veel te klein huis - een moto heeft. Ik heb zelf met een moto gereden en je kan niet geloven wat dat betekent voor je geestelijk welzijn! Maar zij moeten zich altijd verantwoorden, want ze worden betaald met gemeenschapsgeld. Terwijl er zoveel mensen zijn die ook betaald worden met gemeenschapsgeld, maar die zich niet moeten verantwoorden! Als je het al moeilijk hebt, gaan mensen zich nog eens permanent bemoeien met aan wat je je geld mag besteden.”
Als je het al moeilijk hebt, gaan mensen zich nog eens permanent bemoeien met aan wat je je geld mag besteden.
Compassie
Joost hoopt dat mensen door het kijken naar ‘Zorgen voor mama’ wat alerter en attenter zijn en dat ze beseffen dat armoede overal rondom ons zit. Dat het niet iets is dat enkel in achterbuurten rondom grote steden gebeurt, maar dat het evengoed ook bij hun buurman kan plaatsvinden. Hij hoopt ook dat ze leren van niet snel te oordelen en dat ze een vorm van compassie/medeleven krijgen. Bonte: “Compassie vind ik trouwens een mooi woord: als je je niet eens kan verplaatsen in het leven van een ander, dan kan je moeilijk weten waarover het gaat en wat er allemaal een rol speelt. Wij drinken na een stressvolle dag een Duveltje of een porto, maar je moet je eens inbeelden dat je 24/7 stress ervaart. Dan zou me het soms niet verwonderen dat mensen een verslavingsproblematiek ontwikkelen, namelijk net om die stress kwijt te geraken en de vuiligheid en viezigheid van het leven even te vergeten. Maar niet enkel mensen in armoede hebben hier last van natuurlijk, ook hoogopgeleiden krijgen steeds meer te maken met een burn-out door aanhoudende stress. En meestal heeft dat enkel en alleen iets te maken met hun werk. Maar armoede beperkt zich niet tot een werkweek. Dat is permanent, dag en nacht, 365 dagen per jaar aanwezig.”
Nooit meer armoede
Op de vraag wat hij de komende tijd nog wil bereiken of waar hij naar streeft, twijfelt hij even. Bonte: “Ik weet dat niet, zo lang het vuur in mij brandt en er is iemand die mij als toorts wil gebruiken, graag. Al zal ik natuurlijk altijd in dezelfde sector blijven. Het enige wat ik hoop, is dat als mijn kleindochter over tien jaar vraagt: ‘Opi, vertel nog eens, wat was dat eigenlijk armoede?’, dat ik kan zeggen: ‘Aha, dat is iets van vroeger, gelukkig bestaat dat niet meer maar ik heb hier nog een dvd liggen, we zullen eens samen kijken.’
Hij omschrijft het als een grote droom, een utopie, een missie waar hij wil naar streven, ook al lukt het niet. Hij hoopt alleen dat er aan de hand daarvan discussies blijven ontstaan, onder de mensen maar voornamelijk op sociale diensten.
Bonte: “Ik hoop dat ze finaal afstappen van hun ongelofelijk mantra dat je pas sociaal werk kan doen als je afstand houdt. Want dan denk ik: Dat is zo verkeerd. Je kan pas sociaal werk doen als je nabij bent, zo dicht mogelijk! Dat is het grote verschil tussen empathie en rationele compassie. Want empathie helpt je niet vooruit: je kruipt in je huid van je cliënt en wordt samen met die cliënt boos en onmachtig. Rationele compassie daarentegen is dat je in dat leven stapt, maar er ook terug uit stapt om te kijken: Wat is er nu aan de hand, en wat kan ik hier betekenen? Nee, het ligt niet aan de mensen dat ze onvoldoende zoeken naar een huis, het ligt verdomme aan de (sociale) huizenmarkt. Nee, het ligt niet aan de mensen dat ze niet werken want ze hebben de juiste scholing niet, kregen de juiste arbeidsattitudes niet aangeleerd, er is geen kinderopvang of er rijden te weinig bussen tussen huis en de werkplaats. Daarnaast wil ik ook zeggen dat leven in armoede leven keihard werken is! Ik hoop oprecht dat de sociale diensten hun zienswijze kunnen aanpassen.”
Ik hoop dat sociale diensten finaal afstappen van hun ongelofelijk mantra dat je pas sociaal werk kan doen als je afstand houdt.