In deze lezing van Benjamin Biebuyck, hoogleraar Duitse literatuur, buigen we ons over De Toverberg, een roman uit 1924 van de Duitse auteur Thomas Mann. Het boek wordt gezien als een hoogtepunt van de moderne literatuur. De roman gaat over Hans Castorp, een jonge Noord-Duitser die op bezoek gaat bij zijn neef in een sanatorium in het Zwitserse Davos. Het bezoek duurt geen drie weken, zoals gepland, maar zeven jaar. Tijdens het verblijf ervaart Castorp het leven en de gebruiken van de mensen in het sanatorium.
De roman neemt zijn lezers mee op een tijdsavontuur, waarin versnelling en verlangzaming elkaar aflossen, de tijd zichzelf lijkt te overleven, en de lezer de verveling van de patiënten ook zelf gaat voelen (maar wel op een spannende manier). En dit alles doorspekt met talloze knipogen naar onder meer Homerus, de antieke mythologie, Goethe, Andersen, Eichendorff en Schubert.
De Toverberg is niet dé roman van de voorbije eeuw, hij is op een eigenzinnige manier dé roman óver die eeuw,.