“Klimaatbeleid en armoedebestrijding kan je niet los van elkaar zien”

Op de Werelddag van het Verzet tegen Armoede (17 oktober) ontmoeten we Wim Van Lancker, professor aan de KU Leuven en gespecialiseerd in sociaal beleid, armoede en ongelijkheid. Samen met Adeline Otto bracht hij onlangs het boek Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden, over klimaatverandering en ongelijkheid. Het vormde een leidraad voor ons gesprek, maar we hadden het ook over geluk en hoop. “Wie een goed geïsoleerd huis heeft met zonnepanelen wordt niet gelijk getroffen als iemand die in een huis woont waar de warmte door de vensters naar buiten gaat.”

Wim Van Lancker Web 05 min

Wim Van Lancker: “Zoveel mensen leven armoede terwijl dat niet hoeft. Dat is geen gevolg van individuele keuzes die mensen maken, maar van systemen en structuren, die er bovendien anders kunnen uitzien. Want er hoeft niet zoveel armoede te zijn. Maar hoe kom je tot een samenleving die minder armoede heeft? Hiermee raak je natuurlijk aan een heleboel systemen, zoals de sociale zekerheid, het beleid, belastingen, de arbeidsmarkt, enzovoort. Ik kijk voornamelijk naar hoe sociaal beleid werkt, naar de effecten van de maatregelen en hoe je hiervoor steun krijgt bij een breed publiek. Maar ook het effect van grote gebeurtenissen op onze samenleving, zoals klimaatverandering, is niet te onderschatten. Dat is een schok die een grote impact zal hebben op het beleid, instrumenten en individuele gedragingen en gevoelens. Ook corona, migratie of vergrijzing zijn zo’n grote gebeurtenissen. Maar de belangrijkste vraag is dus hoe we tot minder armoede kunnen komen.”

België is een rijk land met een lage ongelijkheid maar met een hoog armoedecijfer. Hoe verklaart u deze ogenschijnlijke paradox?

Van Lancker: “Dat komt omdat we in België een heel grote en sterke middenklasse hebben. Dat heeft als voordeel dat we een heel stabiele samenleving hebben die beter bestand is tegen schokken. Het nadeel is dat het moeilijker is om aan armoedebestrijding te doen, omdat veel uitgaven gaan naar het in stand houden van die middengroep. Denk maar aan dienstencheques, kinderopvang of kinderbijslag. Daardoor kan je dus minder aan de armste laag van de bevolking geven en dus minder effectief armoede bestrijden. In plaats daarvan zou je minder aan de middenklasse kunnen geven, maar dat doen beleidsmakers niet graag.”


“Armoede is geen gevolg van individuele keuzes die mensen maken, maar van systemen en structuren, die er anders kunnen uitzien”
Wim Van Lancker, armoede-expert

Voor de coronacrisis schreef u al dat de politiek te veel gericht is op het beschermen van de middenklasse wegens electoraal gewin. Ziet u dit patroon ook terugkeren in de aanpak van de corona- en energiecrisis?

Van Lancker: “Hierin zie je opnieuw die typische Belgische besluitvorming. Men wil iedereen iets geven want ‘iedereen wordt getroffen’. Dat is onzin. Wie een goed geïsoleerd huis heeft met zonnepanelen wordt niet gelijk getroffen als iemand die in een huis woont waar de warmte door de vensters naar buiten gaat. Je moet dus het geld concentreren op diegenen die zwaarder worden getroffen. Maar dat is natuurlijk geen makkelijke oefening, want de crisis is echt wel serieus. Toch had men wel andere keuzes kunnen maken, gericht op de onderklasse. Dat vind ik een gemiste kans. Voor de eerste keer maak ik me zorgen over de lagere middenklasse, mensen die in hun basisbehoeften kunnen voorzien maar ook niet zoveel op overschot hebben. Als je dan getroffen wordt door zo’n verdriedubbeling van de factuur, dan wordt het wel precair. Daar ben ik wel beducht voor. De aard van deze crisis is anders dan bij corona. Nu gaat het over basisbehoeftes die veel duurder geworden zijn. Bij corona was er voor veel mensen niet zoveel aan de hand, behalve de gezondheid en het mentale aspect. Maar de meeste mensen werden toen snel opgevangen op vlak van tewerkstelling en levensstandaard. Nu worden mensen echt geraakt in hun uitgaven en dat wordt niet op dezelfde manier opgevangen.”

Als we selectiever moeten worden in de sociale uitgaven, hoe kunnen we dan nog de lage middenklasse beschermen?

Van Lancker: “Het is goed dat men bijvoorbeeld het sociaal tarief voor energie heeft uitgebreid. Maar dat zal altijd een grens hebben, zo kan het dat iemand net uit de boot valt omdat die wat meer verdient. Om de energiecrisis het hoofd te bieden, heeft men gekozen voor het basispakket via de fiscaliteit, waar iedereen recht op heeft. Maar men had ook kunnen kiezen om meer te geven aan de lagere inkomens en minder aan de hogere inkomens. Maar idealiter hebben mensen geen sociaal tarief nodig en zijn ze niet afhankelijk van fossiele energie. Op dat vlak heeft de overheid echt wel een langetermijnvisie nodig. Hoe gaan we mensen helpen die niet zelf kunnen investeren in klimaatvriendelijke woningen? Renteloze leningen om je woning energiezuiniger te maken zijn opnieuw een maatregel gericht op de middenklasse. We noemen dit ‘deadweight’, namelijk subsidies geven aan mensen om dingen te doen die men sowieso ging doen of kan doen. En dus is dat weggesmeten geld. Als de middelen schaars zijn, moet je toch nadenken hoe je die het best inzet.”

“Voor de eerste keer maak ik me zorgen over de lagere middenklasse”
Wim Van Lancker, armoede-expert
Wim Van Lancker Web 04 min

Veel mensen associëren groene energie vaak met dure energie, maar klopt dit beeld wel?

Van Lancker: “Dat energie vandaag zo duur is heeft niet met groene energie te maken, maar met geopolitieke verschuivingen. Groene energie wordt daarentegen goedkoper door technologische innovatie, zoals efficiëntere zonnepanelen. Maar als huishoudens zelf die investering moeten maken om groene energie op te wekken, dan vergt dat natuurlijk een serieuze investering. En dat kunnen veel mensen niet betalen. Diegenen die nu het hardst getroffen worden door de crisis, zijn diegenen die die investering niet kunnen maken. En dan moet je oppassen dat je het draagvlak voor groene energie niet verkleint natuurlijk, want velen hebben de indruk dat die transitie op hun kap terechtkomt. Het blijft dus een grote uitdaging om een draagvlak te vinden om die transitie te maken.”

Hoe kunnen we klimaatactivisten en gele hesjes die goedkopere energie willen met elkaar verzoenen?

Van Lancker: “Dat is natuurlijk niet zo gemakkelijk. Het goede nieuws is dat we allemaal bezig zijn met de toekomst. Hier kan je wel een gedeeld verhaal in vinden. Maar op welke concrete manieren gaan we dat doen? Wie in armoede leeft, heeft vaak geen andere keuze dan met gas te verwarmen. Maar ondanks het feit dat ze slachtoffer zijn, hebben ze het gevoel de schuld te krijgen. Terwijl mensen in armoede een veel kleinere voetafdruk hebben dan de rijksten. We zien dus zowel ongelijkheid in wie verantwoordelijk is, wie er het eerste slachtoffer is en wie getroffen wordt door de gevolgen van het beleid. We moeten echt proberen te gaan naar een beleid dat rekening houdt met de omstandigheden van die mensen. Dat is ook de kernboodschap van ons boek. Je kan namelijk geen energietransitie maken en je samenleving zoveel mogelijk CO2-neutraal maken, zonder aan adequate armoedebestrijding te doen. Dat is echt het cruciale evenwicht. Want het is enkel zo dat je die mensen ook kunt meenemen in dat verhaal van de energietransitie. En daarmee zijn we terug bij het begin van dit gesprek, bij het armoedeprobleem in België. Want we hebben een beleid dat helemaal op de middenklasse gericht is, inclusief de klimaatmaatregelen, terwijl we net meer moeten geven aan wie het meer nodig heeft. Klimaatbeleid en armoedebestrijding kan je niet los van elkaar zien.”

“Idealiter hebben mensen geen sociaal tarief nodig en zijn ze niet afhankelijk van fossiele energie. Op dat vlak heeft de overheid echt wel een langetermijnvisie nodig”
Wim Van Lancker, armoede-expert

Om toch af te sluiten met een positieve noot, wat geeft u nog hoop?

Van Lancker: “Er is altijd hoop! Een samenleving zonder hoop is geen samenleving meer. Ook in dit debat moeten we naar de toekomst kijken. En als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe jongeren daar nu in staan, dan vind ik dat wel hoopgevend. Zij zijn veel meer heel concreet bezig met die toekomst, veel meer dan oudere generaties. En ik merk ook dat zij veel meer het inzicht hebben dat die ongelijkheid daarmee samenhangt. Ook de vakbonden zijn vandaag veel meer mee in dat klimaatverhaal. Het draagvlak zal van onderuit moeten komen, waardoor de overheid niet anders gaat kunnen om die richting te volgen. En daar hebben we natuurlijk allemaal een rol in te spelen, met de keuzes die we zelf maken, de boodschap die we zelf brengen of op welke politiek partij we stemmen.”

Datum bericht ma 19 december '22