“We leven in een maatschappij die meer en meer wil, maar daardoor eten we ook onze eigen planeet op”
Karina Marte laat zich niet in één hokje stoppen: architecte, politiek en sociaal actief in verschillende bewegingen, ecofeministe en vooral: dagelijks bezig met hoe zij en haar gezin zo duurzaam mogelijk kunnen leven. Rond dat laatste geeft ze in de herfst de workshop ‘Gebruikte olie wil zeep worden’. “Je doet iets bruikbaar met iets wat zeer gevaarlijk is voor het milieu, en dat is een fijne gedachte.”
Foto's: Sophie Nuytten
In haar thuisland de Dominicaanse Republiek leerde Karina zestien jaar geleden haar man Bruno kennen. Ze werden verliefd, maakten een kleine tussenstop in Madrid waar Karina haar master in Bioklimatische architectuur en Duurzaamheid afrondde, om nadien als per toeval – ‘ze gingen maar even blijven’ – in Gent te belanden en te blijven. Intussen heeft ze twee kindjes van vier en zeven jaar oud en woont ze samen met haar man in Gentbrugge. We ontmoeten elkaar in het voormalig hondenasiel in het Citadelpark in Gent, waar nu voor drie jaar de vzw Ensemble huist. Daar produceren ze met ‘OurEcoLifestyle’ onder meer microgroenten die ze verkopen aan particulieren en een aantal Gentse restaurants.
“Tijdens de jaren 50, 60 was het voor een man perfect mogelijk om te gaan werken en met dat ene loon voor zijn gezin te zorgen. Nu moet je al een dubbel loon hebben om het comfortabel te hebben”
Wat is OurEcoLifestyle precies?
Karina Marte: “OurEcoLifestyle is effectief een lifestyle, het geeft weer hoe wij leven en dat willen we tonen aan de mensen. Maar zeker niet met een belerende vinger. Het is ontstaan als een geluk bij een ongeluk. Mijn zoontje A.J. is geboren met een allergie aan eieren, noten en melk. Ik gaf borstvoeding en alles wat je eet, geef je door aan je kind. Dus moest ik mijn dieet en mijn leven compleet aanpassen. Zelfs wat ik op mijn en zijn huid smeerde, moest ik aanpassen. Alles kon allergie geven. En dus ben ik begonnen met zelf crèmes, lippenstift, shampoo, conditioner, … te maken. Overal begon ik mijn glazen potjes mee te nemen, zelfs op weekend met vriendinnen. (lacht) Zij waren dan weer geïnteresseerd in hoe ik dat allemaal maakte. En dus ontstond het idee om een blog en instagramaccount te beginnen waarop ik al mijn receptjes kon delen. En ons project heeft nu zelfs een huisje hier bij Ensemble vzw.”
Kan je aan andere gezinnen drie eenvoudige tips geven om hun leven duurzamer aan te pakken?
Marte: “Probeer lokaal te kopen. Gent is fantastisch op dat gebied. Je hebt hier zoveel lokale markten. Op de Lokaalmarkt in Gentbrugge (elke vrijdag op Santo, nvdr.) staat bijvoorbeeld de hoevemobiel, die hier en daar stopt met verse melk in glazen flessen, echt zoals de melkboer van vroeger. Probeer zo lokaal mogelijk te kopen zodat de producten van niet te ver hoeven te komen. Want zo ondersteun je niet alleen de lokale economie, maar je reduceert ook het aantal kilometers dat een product heeft moeten afleggen.
Een tweede tip: Probeer wegwerpplastiek te vermijden: ik heb ook plastieken potjes voor de boterhammen van mijn kinderen, maar vermijd plastieken verpakking rond groenten of fruit. Als je de keuze hebt – want in supermarkten is het niet altijd makkelijk - neem dan de niet-voorverpakte groenten of fruit. Zo leer je misschien ook eens wat anders kennen dan wat je gewoon bent.
En als derde tip: In het weekend hoef je niet altijd zo ver te gaan om iets leuk te kunnen doen. Je kinderen willen gewoon bij mama en papa zijn, een picknick in een park vinden zij al geweldig. Nodig je vriendinnen uit en zorg dat iedereen iets lekker meebrengt. Zo ben jij tevreden - want zo leer je eens andere smaken kennen - en de kinderen zijn blij want ze kunnen voluit spelen met elkaar. Ze hebben echt geen dure weekendjes ver weg nodig. Probeer niet toe te geven aan de verwachtingen van de maatschappij, maar doe wat je leven comfortabeler maakt.
Zelf hebben we sinds kort geen auto meer. We doen aan autodelen via Cambio én we hebben een whatsapp groepje met de buren voor wanneer we dringend een auto nodig hebben. Maar ook als iemand dringend iets nodig heeft van materiaal maken we gebruik van de whatsapp groep. Je hoeft zeker niet alles nieuw te kopen.”
“In mijn land recycleren we te weinig. Iedereen giet gebruikte olie zelfs gewoon in de gootsteen, omdat er geen alternatief is”
Jouw workshop is een voorbeeld van de zero waste-filosofie. Wat is dat precies?
Marte: “Het maken van zeep uit gebruikte olie gaat verder dan zero waste. Het is zelfs upcycling, want je maakt een nieuw product van een product dat afval is. We filteren uiteraard de olie, we voegen natriumhydroxide en water toe en door het proces van verzeping krijg je zeep. Zeep bestaat uit vet en een basiselement. De gekende marseillezeep is bijvoorbeeld gemaakt van olijfolie, natriumhydroxide en water. Ik begon er mij in te verdiepen toen een vriendin me een zeep gaf gemaakt van gebruikte olie, geitenmelk en cacao. Ik was stomverbaasd. In mijn land recycleren we te weinig. Iedereen giet gebruikte olie zelfs gewoon in de gootsteen, omdat er geen alternatief is.
Je kan de zeep ook raspen en gebruiken als wasmiddel in de wasmachine of er bruine zeep van maken om te poetsen of vlekken te verwijderen. En als het product verdwijnt in de gootsteen, dan vervuilt het niet want het is gewoon zeep. Je doet iets bruikbaar met iets wat zeer gevaarlijk is voor het milieu, en dat is een fijne gedachte. Eén liter olie kan 5000 liter water vervuilen. En dat is veel!”
Je bent ook nauw betrokken bij Bar Univers’elle. Wat is dat precies?
Marte: “Bar Univers’elle is een initiatief van InGent, het integratiecentrum van Stad Gent (Sinds 2015 ondersteunt IN-Gent nieuwkomers tijdens hun inburgeringstraject, toeleiding naar werk en Nederlands oefenen, nvdr.). Vaak leeft bij moslimvrouwen de nood om te babbelen tussen vrouwen zonder dat er andere mannen aanwezig zijn, bv. over gevoelige thema’s. Bar Univers’elle creëert éénmaal per maand op donderdagavond een babbelmoment tussen vrouwen rond een hoofdthema. De laatste keer was het thema ‘ondernemerschap’ en ben ik gaan praten rond OurEcoLifestyle. Ik vind het fijn om er inspiratie te vinden. Ik wou echt in contact komen met andere vrouwen die gelijkaardig denken vanuit een andere context/land/religie/leeftijd. In zo’n gesprekken is er altijd iets inspirerend te vinden.”
Ook op de jaarlijkse Vrouwendag ben je altijd heel actief. Waarom vind je dat belangrijk?
Marte: “Ik vind dat we tenminste één keer per jaar moeten herdenken wat wij als vrouwen nog altijd niet hebben bereikt. Of net tonen wàt we al hebben bereikt. Ik wil vooral die laatste, positieve kant tonen door er iets constructief te brengen. Zo geef ik die dag bv. workshops over ecofeminisme. Ik denk dat op een constructieve manier samen oplossingen zoeken veel meer effect heeft dan te klagen over wat we nog niet bereikt hebben.”
“Ecofeministen zijn zorgdragers: ze dragen zorg voor de familie, de natuur, … de hele omgeving eigenlijk”
Je spreekt over ecofeminisme. Mogen we zeggen dat je een ecofeministe bent?
Marte: “Mijn man zegt van wel, maar ik heb het soms moeilijk met het concept van feminisme in het hoofd van andere mensen. Ik ben pro feminisme, want ik hou van de rechten van de vrouw, maar ik ben voor de rechten van iedereen. Ecofeministen zijn zorgdragers: ze dragen zorg voor de familie, de natuur, … de hele omgeving eigenlijk. We wonen in een gemeenschap/maatschappij die meer en meer wil, maar daardoor eten we ook onze eigen planeet op. En wat laten we dan achter voor onze kinderen? Welke lucht zullen we binnen 30 jaar inademen? En wat voor soort voedsel zullen we eten? Dat houdt mij bezig, ja. Ons huis is bijvoorbeeld zo ontworpen dat er een bepaald deel makkelijk kan aangepast worden voor als één van onze ouders er ooit wil komen wonen. Zo is het ook in mijn land. We zorgen voor elkaar en niet alles is op te lossen met geld. Het was een concept dat we van bij het begin van onze verbouwingen wilden doorvoeren.”
Je ontmoette Philsan Osman, één van de auteurs van het boek Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron die we komend najaar ook interviewen in het kader van Quotes. Welke indruk heeft zij op jou gemaakt?
Marte: “We hebben elkaar heel kort ontmoet op Vrouwendag toen ik haar boek kocht, en daarna hebben we nog even gepraat via Instagram. Ik vind haar zeer inspirerend. Ze is jong, maar tegelijk heeft ze in haar boek het concept van ecofeminisme zo goed uitgelegd. En op die manier maakt ze het ook toegankelijk bij de jongere generatie.”
Wat is jou bijgebleven uit het boek?
Marte: “We geven bijvoorbeeld vaak cadeaus aan vrouwen om het huishouden makkelijker te maken, maar dat is alleen maar omdat vrouwen nu ook buitenshuis gaan werken. Tijdens de jaren 50, 60 was het voor een man perfect mogelijk om te gaan werken en met dat ene loon voor zijn gezin te zorgen. Maar nu moet je al een dubbel loon hebben om het comfortabel te hebben. Hetzelfde verhaal geldt voor de opvang van jonge kinderen: we stoppen hen in de crèche, de grootmoeder moet hen gaan ophalen aan school en als we een werkvergadering hebben komt er een babysit langs. Ik zou graag kunnen zeggen: Ik wil niet werken, ik ga zorgen voor mijn kinderen en daarnaast mijn projecten doen. Ik denk dat dat zelfs nuttiger zou zijn voor de gemeenschap. Maar we leven in een wegwerpgemeenschap. Thuis proberen we bijvoorbeeld zoveel mogelijk te koken, maar soms is het niet mogelijk en moet ik helaas naar de supermarkt om een snelle maaltijd. En dan valt het me steeds op dat je amper een gezonde maaltijd vindt. En als dat al zo is, dan is het superduur.”
Voor Ella vzw (kenniscentrum gender en etniciteit, nvdr.) kwam je ook naar buiten als STEM-gezicht. Wat is dat precies?
Marte: “Ella vzw en Furia vzw (feministische denktank en actiegroep die ijvert voor een solidaire en meer gelijke samenleving, nvdr.) zijn schitterende organisaties waar ik graag aan meewerk. Ella zocht migrantenvrouwen die een rol/werk hebben binnen wetenschap. Want meestal worden vrouwen geleid naar de zachte sector. Maar nu wilden ze een aantal voorbeelden van vrouwen tonen die het anders doen. Om de toekomstige generatie aan te moedigen ook ingenieur/architect/dokter of wat dan ook te worden.”
Welke tip zou je geven aan jonge meisjes om wetenschap en technologie te omarmen?
Marte: “Geen schrik hebben, gewoon doen! Als je het leuk vindt, doe maar. Jij hebt altijd een leerkracht die je kan motiveren. Het zou trouwens leuk zijn dat die STEM-gezichten ook in scholen langsgaan. Heb vertrouwen in jezelf en dan kan het niet fout gaan. Ik kom niet uit de rijkste familie, zeker niet, maar mijn ouders hebben me altijd de vrijheid gegeven om te doen wat we wilden doen. Plaats geen grenzen voor je kinderen.”