Aan het woord

Tweespraak: de dilemma's van Hans Achterhuis

Is filosofie voor een beperkt kransje? Alvast niet op de Hannah Arendt-studiedagen op vrijdag 27 en zaterdag 28 oktober. Ook de Nederlandse filosoof Hans Achterhuis zal er reflecteren op het gedachtegoed van Arendt. De eerste Denker des Vaderlands houdt ervan om te doceren. “Ideeën helder formuleren lukt nog beter in gesprek. Als mijn gesprekspartner het precies zo zegt zoals het is, kan ik hem of haar wel omhelzen!” Een gesprek in 7 dilemma’s over het kwaad, de woke-beweging en zandkorrels in een boek.

Hans Achterhuis

HANNAH ARENDT / ALBERT CAMUS

“Beide. In mijn studeerkamer hangt een groot portret van Camus maar ook een foto van Hannah Arendt. Ik ben gepromoveerd met een proefschrift over Albert Camus. Hij heeft me vooral in de beginjaren sterk beïnvloed en zal altijd erg belangrijk voor me blijven, maar Hannah Arendt schemert nog sterker door in mijn werk. Er zijn veel parallellen tussen die twee. Ze waren allebei geëngageerde politieke denkers die veel belang hechtten aan opstandigheid en anti-utopisch denken. De artikels van Arendt over het Joodse verzet in Europa doen denken aan wat Camus indertijd schreef als journalist. Hun werk was sterk moreel gekleurd, ze hanteerden dezelfde toon. Ze hadden ook allebei veel belangstelling voor kunst. En op de foto die ik hier voor me heb, staan ze allebei met een sigaret in de mond, zelfs dat hadden ze gemeen!”

“Nadenken leidt niet automatisch tot het goede”
Hans Achterhuis

HET RADICALE KWAAD / WIJ ALLEMAAL ALS POTENTIËLE EN BANALE BIJDRAGERS AAN HET KWAAD

“Het radicale kwaad bestaat zeker. Dat zegt Hannah Arendt ook, wanneer ze schrijft over de nazi- vernietigingskampen: ‘Dit had nóóit mogen gebeuren.’ Maar bij de berechting van Adolf Eichmann, die verantwoordelijk was voor de deportaties, moet ze tot haar verwondering vaststellen dat hij eigenlijk maar een grijs mannetje is, een ambtenaar die domweg bevelen uitvoerde. Ze heeft het over de ‘banaliteit van het kwaad’, een idee die veel controverse veroorzaakte. Had Eichmann beter moeten nadenken? Kan denken ons behoeden voor het kwaad? Ik heb daar geen antwoord op. Denken is in gesprek gaan met jezelf, maar ik weet niet of dat automatisch tot het goede leidt. Als je kijkt naar de toeslagenaffaire in Nederland en ziet dat een algoritme duizenden gezinnen onterecht van fraude kon beschuldigen, kan je zeggen dat er niet nagedacht werd. Denken had die gezinnen kunnen behoeden. Zo komen we bij het onderscheid dat Heidegger maakte tussen rekenend denken en bezinnend denken. Rekenend denken kunnen we meestal goed. Het is logisch denken, wat een wetenschapper doet. Bezinnend denken is tegelijkertijd nadenken over de betekenis van wat je doet. Dat is veel moeilijker.”

TERUGKIJKEN / VOORUITKIJKEN

“Vooruitkijken door terug te blikken. Ik ben een filosoof die – zoals Michel Foucault dat noemde – aan actualiteits-analyse doet. Ik probeer het heden en eventueel ook de toekomst te begrijpen door te kijken hoe andere filosofen ons daarbij kunnen helpen. Zo kan de analyse die Hannah Arendt maakte van het totalitarisme ons helpen om actuele bewegingen te begrijpen. Het nazisme en communisme konden niet gestopt worden, ze volgden een objectieve bewegingswet, ingegeven door een ideologie van voortgang die onvermijdelijk tot destructie leidde. Vandaag maken we andere, maar evenzeer onstuitbare bewegingen mee. Zo is er de migratie-crisis, in gang gezet door de klimaatcrisis die mensen dwingt te migreren. Er is ook onze voortdurende drang naar meer economische groei. Een dergelijke ideologie maakt ons blind voor wat er gebeurt. Of we dan niets kunnen doen? Ik weet het niet. Hannah Arendt omschreef hoe een ideologie mensen isoleert van contact met de werkelijkheid en van samenspraak met medemensen. Daarom lijkt het me belangrijk om blijvend het onderscheid te maken tussen feit en fictie, tussen waar en onwaar, en om in gesprek te blijven gaan.”

WOKE / ZONDER TABOES

“Ik heb me altijd sterk verzet tegen ideeën van morele zuiverheid. Je moet natuurlijk niet zomaar alles kunnen uitschreeuwen, maar voor een goede discussie zijn veel posities mogelijk en wenselijk. Ik heb niet zozeer een bezwaar tegen de standpunten van woke, maar wel tegen de absoluutheid ervan waardoor andere standpunten en discussies onmogelijk worden gemaakt. Ook daarin ben ik beïnvloed door het pluralisme dat ik bij Hannah Arendt vond. Er zijn zoveel mogelijkheden om naar de werkelijkheid te kijken. Het is een rijkdom om daarover in gesprek te kunnen gaan.”

FILOSOFEREN / DOCEREN

“Ik hou heel erg van doceren. Het verplicht je om je standpunt of ideeën duidelijk te maken, scherper te stellen. Ook de redacteuren van mijn boeken dwingen me daartoe. Je schrijft niet alleen voor je vakbroeders, zeggen ze dan. Op de Hannah Arendt-studiedag in Gent zullen verschillende filosofen in korte lezingen haar ideeën toelichten voor een breed publiek, iets wat ik toejuich. Ik vind het ook heerlijk om in gesprek te gaan met mijn studenten en mijn omgeving, of met mijn kleindochter die filosofie studeert. In gesprek met an-deren gebeurt het soms dat iemand het woord neemt en precies zegt waar het om draait. Ik kan dan zó blij zijn dat ik die gesprekspartner wel kan omhelzen!”

BOEKEN LENEN / BOEKEN KOPEN

“Filosofische boeken koop ik. Dat moet ook wel, ik maak er aantekeningen in, vouw bladzijden om. Vroeger nam ik ze mee naar het strand, ik vind er nog altijd zandkorrels in. Twee boeken van Hannah Arendt zijn daardoor vandaag volstrekt kapot, echt in stukjes uit elkaar. Ik heb vrienden die daarvan huiveren, maar voor mij zijn filosofische boeken werkmateriaal. Mijn vrouw en ik hebben ook een uitgebreide romanbibliotheek. Ik heb haar moeten beloven om in onze romans géén aantekeningen te maken en ze netjes te houden (lacht). Ik leen mijn boeken zonder probleem uit. Ik probeer me zoveel mogelijk te verzetten tegen consumentisme. Er zijn een paar objecten in huis die me dierbaar zijn en waaraan ik gehecht ben, maar verder mag iedereen alles gebruiken.”

“Een gedicht heeft traagheid en papier nodig”
Hans Achetrhuis

PAPIER / DIGITAAL

“Het zal ongetwijfeld met mijn leeftijd te maken hebben, maar ik lees nauwelijks digitaal. Als ik gevraagd word om een boek te bespreken en de uitgever biedt aan om alvast het digitale manuscript te bezorgen, dan weiger ik vriendelijk en wacht ik op het boek. Ik vind het fijn om rustig te kunnen lezen, terug te kunnen bladeren, aantekeningen te maken. Er zijn ook teksten die je echt op papier moet hebben. Een gedicht heeft traagheid en papier nodig. Toch ben ik geen techniekpessimist. Ik moet altijd denken aan Plato die – toen het schrift werd uitgevonden – vreesde dat mensen niet meer zouden willen praten met elkaar. Dat is uiteindelijk ook nog wel meegevallen, niet? (lacht)”

Datum bericht di 26 september '23